Iberische bevolking

De naam Iberië werd voor het eerst gebruikt door een Griekse schrijver in de 6e eeuw v. Chr., die hiermee het volk dat langs de rivier de Ebro (Iberus) leefde aanduidde. De Spaanse geschiedenis voert echter veel verder terug, tot de tijd toen de eerste mensen uit Afrika de zee-engte naar het Europese continent overstaken.

Van prehistorie tot Iberiërs
De Iberiërs, die oorspronkelijk van Afrika kwamen, waren de eerste mensen die zich blijvend vestigden op het Spaanse schiereiland. Toch is dit niet het eerste bewijs van menselijk leven. Er zijn uit diverse tijdperken bewijzen van prehistorisch leven teruggevonden: o.a. het paleolithicum, de bronstijd en de ijzertijd. Het oudste bewijs bevindt zich in Banyoles, een kaak van een Neanderthaler van ruim 200.000 jaar oud.

De jager-verzamelaars uit het paleolithicum hebben rotstekeningen nagelaten van bizons en herten, waarvan de oudste rond 25.000 jaar v. Chr. werd vervaardigd. In de grotten van Atapuerca (Burgos) zijn meer dan een miljoen jaar oude menselijke resten aangetroffen. De Kelten, die na de Iberiërs kwamen, mengden zich met hen tot de Keltiberiërs. Overblijfselen hiervan- de zogenaamde castros (´versterkte dorpen´) zijn in Galicië nog volop te bewonderen. In Andalusië lag het machtige Tartessos, een rijke, beschaafde stadstaat.

Handelscontacten 
Door de handelscontacten met de Feniciërs en Grieken vonden in het 1e millenium v. Chr. grote culturele veranderingen plaats. De Feniciërs, aangetrokken tot de rijkdom aan mineralen van het Iberische schiereiland, stichtten in de 8e eeuw v. Chr. de eerste handelspost in het Zuid-Spaanse Cadíz.

Zij werden gevolgd door de Grieken, die verder landinwaarts trokken. De Grieken introduceerden onder andere het pottenbakkersambacht, geldstukken en ijzerbewerkingstechnieken. Wat nu Empuríes en Roses zijn, waren ooit (lees: zo´n 2500 jaar geleden) de twee meest Westerse steden van het Griekse rijk, dat tot het Iberische schiereiland reikte. De resten van de Griekse stad Empúries in de provincie Girona, zijn tot op heden te bekijken. De opgravingen die in de vorige eeuw van start gingen, zijn nog altijd in volle gang. 

Naarmate de Feniciërs aan invloed verloren trad Carthago (lees: Tunesië), een voormalige Fenische kolonie, meer en meer als handelsland op de voorgrond. De komst van de Carthagers naar Tartessos ging ten koste van de Griekse invloed, maar voor de Iberische bevolking veranderde er weinig. Ze konden handel blijven drijven in olijfolie, graan en minerale grondstoffen.

Romes zegetocht 
In de 3e eeuw v. Chr. leidde de machtsstrijd tussen Carthago en Rome tot de Punische Oorlogen. Deze strijd werd ook deels op het Iberische schiereiland uitgevochten. In het leger van de beroemde Carthaagse veldheer Hannibal, die over de Alpen naar Italië trok, streden ook Iberiërs mee. Uiteindelijk dolven de Carthagers het onderspit toen in 202 v. Chr. hun stad door de Romeinen volledig verwoest werd. Dit was het begin van Romes zegetocht door Europa.

Reageer op dit artikel

Mail de redactie

Deel dit artikel!